Lezingen
bedrijven, culturele organisaties, onderwijs
Over de Koran...
Religie is er terug, met een God en een boek en predikanten, in een mondige jongerencultuur. Netwerken in chatrooms gebruiken religieuze taal. Friends spreek je aan met broeder en zuster, en zij citeren verzen uit de late oudheid, uit de Koran. Dat boek is geen museumstuk, maar een levende tekst, en met de vinger in de lucht klinkt het: "De Koran zegt dat..."
Maar het is wel even naar adem happen wanneer je de Koran openslaat. Het boek heeft een unieke stijl en thema’s staan overal verspreid. Je leest geen verhalen en de Koran verwijst naar boeken van andere religies uit de late oudheid. Je vindt bovendien geen handleiding in de tekst zelf: dat haalt de islamitische traditie uit literatuur van latere datum.
De lezing opent die barrières en illustreert telkens met actuele kwesties: halal-food, alcohol, vrouwen, geweld, recht en politiek - en waarom toch dat Arabisch in de moskee?
Er is ook aandacht voor vaste geloofsideeën die rond de Koran zijn gegroeid, de spanning tussen Koran en moderniteit, de academische koranresearch die breekt met de klassieke voorstelling, en het belang van taal en esthetiek.
Kennismaking met de Arabische taal
Arabisch is een wereldtaal. In deze lezing maak je kennis met het taalverschil tussen het Arabisch en het Nederlands: schrift, grammatica, woordopbouw. Je leert enkele typische aspecten van Semitische talen.
De lezing verloopt interactief waardoor deelnemers ook hun eerste woordjes Arabisch leren. In een bibliotheek worden verbanden gelegd naar vertaalde Arabische literatuur die in de lokale collectie aanwezig is.
LGBTQI+ IN DE ISLAM
In islamitische geloofsgemeenschappen wordt homoseksualiteit erg negatief gekwalificeerd. De lezing bespreekt enkele theologische en historische achtergronden.
Er worden fragmenten uit de Arabische literatuur aan gekoppeld die handelen over mannelijkheid, sensualiteit, eer en schaamte, seksuele initiatie, genderfluïditeit.
Daarnaast komen ook actuele theologische, artistieke en literaire verzetsstemmen aan bod met eigen culturele tegenargumenten.
Sjiisme
Zo'n vijftien procent van de moslims is sjiiet. Hun geloof en geschiedenis komt weinig aan bod bij de 'inleidingen in de islam', die eigenlijk een soennitische voorstelling van zaken brengen.
Nochtans zijn de wortels van het sjiisme zo oud als de islam. Misschien was het wel door de profeet zo bedoeld?
In het nieuwe Midden-Oosten licht alleszins de breuklijn met het sjiisme op - zoals in Irak, Iran, Syrië of Bahrein. Sjiitische gebeden schrijven aan de familieleden van Mohammed bijzondere krachten toe. Door het sjiisme ontwikkelde zich een band tussen esoterie en de Koran, met haast christelijke metaforen over het lijden.
De oriëntalisten
In de negentiende eeuw brachten stoomschepen en de eerste treinen rijke toeristen naar exotischer oorden. Ook talrijke kunstenaars trokken naar de gebieden in het Midden-Oosten. Ze zochten er de romantiek van ruiters in de woestijn, de pracht van machtige stadspoorten, de zinnelijkheid van haremslavinnen, of de kleurrijke wemeling van marktpleinen waar mannen een waterpijp roken en vrouwen sinaasappelen kopen. Het werk van deze ‘oriëntalisten’ bracht het publiek in Victoriaanse Europa aan het dromen.
Daarnaast reisden kunstenaars en fotografen mee in de veldtochten om de heldendaden van het imperialisme en de exotische locaties voor het nageslacht vast te leggen.
In de twintigste eeuw werd het gewoon kitscherige superioriteitswaan. Toch halen de werken opnieuw topprijzen en vaak zijn de kopers afkomstig uit de Arabische wereld. De schilderijen bieden een beeld van verdwenen gebruiken, landschappen of kledij, maar brengen de mensen ook aan het lachen over de starre manier hoe westerlingen ooit naar 'de Oriënt' keken, of kijken.
We zien heel wat werken van onder andere Eugène Delacroix en Jean-Léon Gérôme, maar ook Paul Klee of Kandinsky. Naast de cultuurhistorische duiding hoor je scènes uit Flauberts 'Reis naar de Oriënt' die de je doen wegdromen bij de schilderijen - want daar waren ze ooit voor bedoeld.
Oosters occidentalisme
Op 15 mei 1826 stapte een merkwaardig gezelschap van boord in de haven van Marseille. Vierenveertig mannen met een tulband waren naar Parijs gestuurd, in die tijd zowat het Mekka van het Europese positivisme. Leider van de missie was een jonge imam, Rifa al-Tahtawi. Hij en zijn studenten spraken Arabisch en Turks maar geen Frans. Ze waren op studiereis en stelden zich vragen.
Wat is een Europeaan? Wat is het geheim achter hun succesverhaal? Hoe kunnen we hun kennis in Egypte implementeren, een land dat toch aan het hoofd van de beschaving zou moeten staan?
Tahtawi observeerde en studeerde, en zijn bevindingen publiceerde hij als reisverslag in 1834. De stad Parijs fungeert als het prototype van de westerse maatschappij. Tahtawi heeft de Egyptenaar veel te vertellen: over kranten, politieke theorieën, cafébezoekers, koetsen, bibliotheken, waarom je uit je eigen bord moet eten, het verschijnsel 'winkel met vitrine' of het gemak van het overspel. Hij studeert Frans en vertaalt zelfs de Franse grondwet die, hoewel ze los van de islam tot stand kwam, "toch de Fransen tot een gelukkig volk maakt”; maar verzekert met korancitaten en tradities dat er in de islam gelijkwaardige principes te vinden zijn.
De bloemlezing bestaat uit een eigen vertaling van Tahtawi's werk met korte duidingen, en kunstwerken van de oriëntalisten die soortgelijke thema's beschreven.